SSHUW Wilhelminapark

Wilhelminapark

Het Wilhelminapark in Sneek werd in 1898-1899 aangelegd. Dat gebeurde in opdracht van de voogden van het Old Burger Weeshuis, die graag wilden dat de inwoners van Sneek een plekje kregen waar ze in de natuur ontspannen konden wandelen. In de stad zelf was daar niet veel gelegenheid voor. Het park is aangelegd op een stukje grond dat tussen de Bolswarderweg en de Oude Dijk ligt. Het is een relatief klein stukje grond (2,73 hectare). Toen het park werd aangelegd, lag het midden in de weilanden. Bebouwing aan deze kant van de spoorlijn Sneek-Leeuwarden was er nauwelijks. Alleen aan het begin van de Oude Dijk stonden een paar huisjes en in de hoek van het park die aan de stadskant ligt, stond het tramstation.
Het OBW gunde de inwoners van Sneek een echt mooi park. Daarom ging de opdracht voor het ontwerp naar de toen zeer bekende tuinarchitect Gerrit Vlaskamp (1834-1906). Hij had op dat moment – we hebben het dus over 1898 - al honderden tuinen in Friesland en Groningen ontworpen voor meestal welgestelde opdrachtgevers en ook het Wilhelminapark in Grou en het Westerpark in Leeuwarden. Het Wilhelminapark in Sneek is Vlaskamps topontwerp. Hij kon er al zijn ervaring, deskundigheid en fantasie in kwijt. Vlaskamp ontwierp een park in de Engelse landschapsstijl, met kronkelige paden en grillig gevormde vijvers. Van de uitgegraven grond van de vijvers werden aan de kant van de Oude Dijk heuvels opgeworpen, zodat er hoogteverschillen ontstonden. Aan die kant creëerde hij ook een bosachtige omgeving. Aan de andere kant – aan de kant van de Bolswardweg – is het park meer open. Daar liet hij bloemperken aanleggen en lage heesters planten. Vlaskamp slaagde er ook nog in zichtlijnen tot stand te brengen, waardoor doorkijkjes in de diepte ontstonden. Het knappe is dat die effecten en die zichtlijnen nu nog steeds te zien zijn. Vlaskamp bedacht dus een park dat meer dan honderd jaar later, als alle bomen enorm uitgegroeid zouden zijn, nog steeds een park was dat groter leek dan het was. 

Kosten nog moeite werden gespaard om er een prachtig park van te maken. Er werden bijzondere exotische sierbomen geplant, waarvan sommige nog altijd in het park staan, zoals de Robinia pseudo-acacia (Schijnacacia), de Ginkgo biloba (Japanse notenboom), de Taxodium distichum (Moerascypres), Pterocarya fraxinifolis (Gewone vleugelnoot), de Fraxinus excelsior ‘Jaspidea’ (Goudes), de Ulmus x hollandica (Hollandse iep), de Platanus x acerfolia (Plataan) en de Metasequoia glyptostroboides (Watercypres). 
De officiële opening vond plaats op zondag 14 mei 1899.